Dordrecht en haar ondernemers zijn klaar voor een stroom aan Belgische toeristen. Dat zegt Bram Straatman, specialist België voor het NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen). Maandagavond sprak hij met een delegatie uit de stad over de ‘Vlaamse invasie’. ,,Als de service niet naar de zin is van de Vlaming, zie je hem niet meer terug.’’
De komst van de vele Belgen naar Dordrecht is niet nieuw. Al in 2013 bracht de stad een bezoek aan NBTC in Brussel om te spreken over de mogelijkheden van de stad om Vlamingen te ‘lokken’. Campagnes van de VVV en Dordrecht Marketing & Partners bleken vervolgens erg succesvol. Maar de intrede van corona stopte de Vlaamse belangstelling op een hoogtepunt.
De aantallen ‘rode kentekenplaten’ op de Dordtse wegen en parkeerplaatsen lieten echter zien dat de Belgen van harte bereid zijn om de oudste stad van Holland, op behapbare reisafstand van de Vlaamse hoofdstad Antwerpen, te komen ontdekken. Straatman: ,,Corona heeft er helaas voor gezorgd dat er een stevige daling vanuit Vlaanderen naar Dordrecht, maar ook naar de rest van Nederland heeft plaatsgevonden. De verwachting is echter wel dat als het meezit, we weer snel op het oude niveau terechtkomen.’’
Dordtse ondernemers weten hoe ze de Vlaming moeten verleiden
Maar is Dordrecht op haar beurt zelf wel klaar voor de toeristenstroom uit het zuiden? Ja, zegt de België-specialist. ,,Vanuit mijn eigen optiek en interesse kan ik zeggen dat Dordrecht klaar is voor de Vlaming. Ook de ondernemers die ik gisteren gesproken heb, weten hoe ze de Vlaming moet verleiden, enthousiasmeren en weer moet laten terugkomen voor een volgend bezoek.”
,,Wat voor een Vlaming van belang is, is dat hij oprecht het gevoel krijgt dat hij welkom is en men hem weet te waarderen. Hij is een goede besteder; iemand die wil betalen voor kwaliteit. Maar als de prijs-kwaliteitverhouding niet goed in elkaar zit en bovendien de service niet naar zijn zin is, zal je hem niet meer zien. Is het wél goed, dan zal hij het thuisfront uitgebreid over zijn ervaring vertellen.’’
Niet-ketengebonden winkels
De meeste Belgen die naar Dordrecht afreizen, blijven slechts één dag in de stad. Ze ontdekken de stad aan de hand van een stadswandeling en komen er vooral om te shoppen, een tentoonstelling te bezoeken of in een boot te stappen om de havens en grachten vanuit een andere hoek te ontdekken, zegt Straatman. ,,Meer moet dat voor een Vlaming niet zijn. Het feit dat wat shopping betreft er nog leuke, typische en veelal niet ‘ketengebonden’ winkels zijn, bekoort de Vlaming.’’
Nu de vanwege corona ingestelde reisverboden al enige tijd tot het verleden behoren en in Nederland andere maatregelen al door het kabinet zijn geschrapt, is de verwachting dat de toeristenstromen weer verder op gang komen. Straatman denkt dat Dordrecht vooral profijt kan hebben van het ‘op een verantwoorde wijze’ verruimen van het hotelaanbod in de stad. ,,Als dat gebeurt, dan weet ik zeker dat het aantal verblijfsbezoeken vanuit België nog verder stijgt.
’’We richten ons niet méér bezoekers, wel op betere bezoekers
Maar moet Dordrecht dan een echte Vlaamse invasie vrezen? ,,Het nieuwe normaal is in ieder geval niet meer massaal. Dat moge duidelijk zijn’’, nuanceert Straatman. Met NBTC pleit hij juist voor ‘minder maar beter’. ,,We richten ons niet méér bezoekers, wel op betere bezoekers. Hier hebben bewoners, de omgeving en daardoor ook de bezoeker voordeel bij. Dit houdt in dat je het verhaal dat je wilt vertellen, al een beetje aanpast aan hetgeen je als bezoekende plek voor ogen hebt. Dan zal je zien dat je uiteindelijk een bezoeker krijgt die een positieve bijdrage levert aan toerisme en niet het toerisme onder druk zet. Hierdoor zullen bewoners de trots die ze voelen, ook uiten en zijn ze bereid spontaan anekdotes te delen met toeristen en hen onbekende, bijzondere plekjes te laten zien.’’
Bron: AD Drechtsteden, 22 september 2021